Column

Een moeder schrijft openhartig over het lief en leed rondom haar gezin in Warfhuizen....
Lees meer op www.suusinstukjes.nl

Wij gaan weer naar school

Na maanden aanmodderen met thuisonderwijs, halfbakken coronamaatregelen en halve klassen met als klap op de vuurpijl nog zes weken zomervakantie, zijn eindelijk alle vier de kinderen op school. Het huis is leeg. Ik kan wel janken. Van geluk.

Ik bezie de puinhopen van een inhumaan lange periode non-stop kinderen thuis. Een stapel verhuisdozen in de hoek van de keuken is een tastbare herinnering aan het mislukte zomervakantieproject ‘verbouwing van de zolder’. We zijn halverwege gestrand. Met het opruimen van de zolder. De daadwerkelijke verbouwing hebben we vooruitgeschoven naar Sint Juttemis. Het is gewoon niet te doen om dozen door te spitten als de meeste spullen als kostbare schatten onder je neus verdwijnen en ergens in huis verstopt worden uit angst dat we iets weg gooien. Alles is speelgoed. Vooral dingen die geen speelgoed zijn.

Er liggen stapeltjes verkleedkleren door het huis verspreid. De woonkamer staat vol hutten van lege dozen en omgevallen stoelen. Stapels half afgemaakte tekeningen. Verfsporen op de bank. Pijlen van een speurtocht op de muur. En een laagje plakkerigheid van chocopasta, hagelslag of ranja over alle meubels.

Mijn kinderen zijn dromers. Ze wonen in hun hoofd, in hun fantasie, in hun eigen creaties. Ze leven in de tekeningen die ze maken, de strips die ze bedenken, de boeken die ze lezen, de filmpjes die ze kijken en de avonturen die ze beleven. Een holte in de heg is hun nieuwe huis. Ze gaan met 30 graden in pyjama met snowboots aan, een bontmuts op en een rugtas met random objecten gezamenlijk onderweg naar de speeltuin. De stok in hun hand is genoeg om zich te wapenen tegen alles wat op hun pad komt. De ontdekkingsreis in hun hoofd is vele male groter en ongrijpbaarder dan de 100 meter heen en terug die ze gezamenlijk afleggen.

Maar de zomervakantie is voorbij. Mijn jongste mag beginnen in groep 3. Vaarwel kleutertijd. De puber wrijft hem in dat zijn leven nu voorbij is en dat het vanaf nu alleen nog maar verschrikkelijker wordt op school. Na een vernietigende blik van haar vader, houdt ze haar mond.

Ik zet ze af bij school met blinkend nieuwe broodtrommels in hun rugtasjes en een gymtas voor de zekerheid. Na een halve dag puinruimen in een weldadig stil huis, sta ik om twee uur weer bij het schoolplein. Het is een feestje. De kinderen van groep 3 hebben een stoetboom gekregen om te vieren dat het echte leren is begonnen. Vol trots loopt Boudewijn naar me toe met de volgens traditie versierde tak voorzien van een broodhaan, een mandarijntje en wat schoolspulletjes: ‘Ik heb de r geleerd. Die kende ik al. En de 1. Die moet je een beetje schuin schrijven,’ zegt hij met een serieus gezichtje. Binnen een dag zijn ze keurig teruggedrukt in de mal van het onderwijs met ritme, regels en regelmaat.

‘Zo zo. De r. En de 1. Knap hoor.’ Ik aai hem door zijn haar. Als dat de spannendste avonturen zijn die ze op school meemaken, geloof ik dat het met de ontwikkelingsachterstand van de kinderen wel mee gaat vallen. Even vraag ik me af of een basisschool niet gewoon een plek is, waar kinderen met een gerust hart kunnen worden achtergelaten, zodat ouders zichzelf kunnen ontwikkelen. De kinderen gaan weer naar school. Nu kunnen we als ouders eindelijk onze eigen achterstanden gaan inhalen. Halleluja.

Suzanne